Overgangsbepalingen voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 1248/ 92 ( 3 )
1. Aan Verordening (EEG) nr. 1248/92 kan geen enkel recht worden ontleend voor een tijdvak dat aan 1 juni 1992 voorafgaat.
2. Voor de bepaling van de aan Verordening (EEG) nr. 1248/92 te ontlenen rechten wordt rekening gehouden met elk tijdvak van verzekering of van wonen dat krachtens de wetgeving van een Lid-Staat vóór 1 juni 1992 is vervuld.
3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 ontstaat krachtens Verordening (EEG) nr. 1248/92 zelfs dan een recht, wanneer dit recht in verband staat met een gebeurtenis welke vóór 1 juni 1992 heeft plaatsgevonden.
4. De rechten van de betrokkenen wier pensioen vóór 1 juni 1992 werd vastgesteld, kunnen ophun verzoek met inachtneming van Verordening (EEG) nr. 1248/92 worden herzien.
5. Indien het in lid 4 bedoelde verzoek binnen twee jaar na 1 juni 1992 wordt ingediend, worden de aan Verordening (EEG) nr. 1248/92 te ontlenen rechten met ingang van die datum verkregen, zonder dat de bepalingen van de wetgeving van enige Lid-Staat met betrekking tot het verval of de verjaring van rechten op de betrokkenen kunnen worden toegepast.
6. Indien het in lid 4 bedoelde verzoek na afloopvan de termijn van twee jaar na 1 juni 1992 wordt ingediend, worden de niet vervallen of verjaarde rechten met ingang van de datum waarophet verzoek is ingediend verkregen, tenzij gunstigere bepalingen van de wetgeving van enige Lid-Staat van toepassing zijn.